Renée van Riessen sprak op 30 mei '22 bij het Filosofisch Café

Menselijk leven is leven in relaties, en deze relaties hebben een zeker ethisch gewicht. We zijn als mens niet alleen geroepen op voor onszelf te zorgen, en op onze eigen ontwikkeling te letten, maar we hebben ook de opdracht voor anderen te zorgen en op te komen voor hun recht. Hoe verhoudt zich de zorg voor onszelf tot de zorg voor de ander? Volgens de Frans-joodse filosoof Emmanuel Levinas schuilt er in de opdracht tot goedheid en naastenliefde een bevrijdende kracht. De nabijheid bij de ander kan ons helpen om onszelf los te laten. Er is een verband tussen naastenliefde en mystiek.

Renée van Riessen is filosoof en dichter. Zij doceerde godsdienstfilosofie aan de Protestantse Theologische Universiteit (Amsterdam/Groningen) en was tot 2020 bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Leiden. Ze schreef onder andere over de ziel (De ziel opnieuw. Over innerlijkheid, inspiratie en onderwijs. Amsterdam 2013) en over het denken van Levinas (Van zichzelf bevrijd. Levinas over transcendentie en nabijheid, Amsterdam 2019). Twee van haar dichtbundels: De vrouw en de trommel (1987) en Krekels in de keuken (2008).

Van Riessen in een interview in Trouw door Stevo Akkerman:

“Ik denk dat dichten ook een vorm van trommelen is. Het is in elk geval iets anders dan weglopen bij de angst, er niet dieper op durven ingaan, want dan wordt de angst alleen maar groter. Het is goed om te proberen je angsten te leren kennen.”

“(…) mij spreekt dat beeld [van het leven als bucketlist] niet zo aan, omdat het niet mijn idee van leven is. Het leven reikt je ook dingen aan die je zelf nooit op jouw lijst zou zetten. De bucketlist gaat ervan uit dat ik het in de hand heb, ik vind dat een beetje beperkt, want dan kom ik alleen mijn eigen fantasieën, voorstellingen en gedachten tegen. Dat is een onwerkelijk beeld van het leven, alsof er niets is dat ons overkomt. En ik vind het wel prettig als mij dingen overkomen.”

“Wat versta je onder zin? Is dat wat nuttig is? Dat je kinderen hebt gekregen? Een goede baan hebt? Dan zou het leven zinloos zijn zonder nut, kinderen of werk. Ik zou zeggen: je moet het niet buiten het bestaan zoeken, maar beseffen dat het bestaan zelf erom vraagt genoten te worden. Om er gelukkig mee te zijn.”

“Ik denk eerder dat er al zin ís, en dat die door mij opgezocht moet worden. Als ik daar niet in slaag, als ik mijn levensvreugde om wat voor reden dan ook kwijt ben, dan gaat het erom die weer op te zoeken. Maar de bron daarvan ligt buiten mij. Er is zin, en het is mijn opgave om daar meer oog voor te krijgen.”

Uit: Van zichzelf bevrijd

Sterven betekent het einde van de unieke

onherhaalbaarheid die we zelf belichamen: een

identiteit die er nooit meer op deze manier zal zijn.

Lezing Renée van Riessen

De vrouw en de trommel’

gedicht uit 1984.

‘Er is in haar een vrouw die valt,

één die om donkere wakken schaatst (…)

Er is in haar een vrouw die valt,

die niet met anderen eten kan,

één die haar hart niet bergen kan,

haar eigen dromen niet verstaat.

Er is in haar een vrouw die valt

en op een grote trommel slaat.

Ze voelt het donker op haar huid,

ze weet de angst daar ingegrift,

ze drijft die luid en dreigend uit.