Gijs Jonkers: Lezing over Hannah Arendt: Vrij en actief leven

VERSLAG FILOSOFISCH CAFÉ TERTULIA 23 SEPTEMBER 2024

Introductie  

Hannah Arendt (1906-1975), Duits-Amerikaanse filosofe, vluchtte vanwege de Jodenvervolgingen  uit Duitsland naar Amerika en kreeg grote bekendheid onder meer door haar verslag van het  Eichmannproces in 1963. Haar filosofische werk is één hartstochtelijk pleidooi tegen  ‘gedachteloosheid’ en voor zelfstandig denken.  

Wie nadenkt, is in staat tot ‘handelen’ waarmee Hannah Arendt bedoelt: politiek en maatschappelijk bezig zijn. Daarover gaat haar belangrijkste boek ‘De menselijke conditie’ uit 1958. In ‘Het leven van de geest’, voegt ze een niet minder actuele gedachte daaraan toe: als vrije mensen én als maatschappij hebben wij de mogelijkheid een verleden waarin we vast zijn gelopen  achter ons te laten en opnieuw te beginnen. Die mogelijkheid moeten we met beide handen  aangrijpen!  

Gijs Jonkers studeerde klassieke talen in Amsterdam en volgde een opleiding filosofie in  Groningen, schreef een proefschrift over Plato, was tot zijn pensionering in 2021 docent klassieke  talen en filosofie in Zwolle en is nu nog actief als bestuurslid van het Filosofisch Café Zwolle.

Met Gijs Jonkers over het gedachtegoed van Hannah Arendt
Vrij en actief leven een lezing over Hannah Arendt

In de lezing behandelt Gijs Jonkers een aantal belangrijke kernbegrippen uit het gedachtegoed  van Hannah Arendt  

1. Actief leven 

2. Denken 

3. Oordelen 

4. Willen  

1. ACTIEF LEVEN  

In het boek The Human Condition analyseert Arendt de Vita Activa, het actieve publiek leven. 

Vita Activa bestaat uit drie soorten activiteit : 

Arbeid (voorzien in dagelijks levensonderhoud), Werk (scheppen/creëren van duurzame goederen), Handelen (vrije woorden en daden).

Kernbegrippen van Hannah Arendt uit lezing Gijs Jonkers Filosofisch Café Tertulia

In de ordening van Arendt staat arbeid onderaan. Arbeid is een noodzakelijke activiteit, maar ook  een flinke beperking van onze vrijheid. We kunnen ons wel bevrijden van die noodzakelijke cyclus,  door te werken en duurzame dingen te maken (gebouwen, kunstwerken). 

Hoogste in de rangorde van Arendt is het handelen. Het handelen speelt zich rechtstreeks tussen  mensen af. Handelen is het beginnen van iets nieuws of het nemen van initiatief: het is vrij, het is  niet voorspelbaar en daardoor ontstaan er verschillen tussen mensen (pluraliteit). Het handelen  manifesteert zich in spreken en doen. Arendt plaatst dit vooral in de publieke ruimte en daarin  vertegenwoordigt elk mens zijn eigen uniekheid en authenticiteit. Volgens Arendt is dat wat ons  menselijk maakt, niet alleen dat we kunnen denken, maar vooral dat we handelende wezens zijn. 

De menselijke conditie is een Vita Activa, waarin we vrije keuzes hebben, die ook leiden tot  onderlinge verschillen: we doen en denken verschillend en die pluraliteit is een sleutelbegrip in  Arendt’s analyse. 

Zij benadrukt daarbij vooral het handelen in het publieke domein, in de gemeenschap.  Om onze menselijke conditie te karakteriseren legt Arendt niet, zoals veel filosofen, de nadruk op  onze sterfelijkheid, maar op wat zij noemt onze nataliteit. Pas in het handelen is de mens echt vrij.  De menselijke conditie staat voor Arendt in het teken van een voortdurende vernieuwing van de  wereld. Door te handelen kan de wereld telkens opnieuw een aanvang nemen. 

In haar werk verwijst Arendt ook naar de de antieke Griekse polis is, als een voorbeeld van een  samenleving waar die vrijheid tot uitdrukking kwam. Op de Agora werden ideeën uitgewisseld,  initiatieven besproken en vond discussie plaats op basis van argumenten, zonder terug te vallen  op eigenbelangen. De Res Publica: de publieke zaak! 

De burgers hadden er vrijheid (werk werd door vrouwen en slaven gedaan), maar ook politieke  verplichtingen. Politiek is een zaak van vrije burgers (de facto een elite) die niet werkten, maar wel  politieke verplichtingen had.  

De kritiek van Arendt op de maatschappelijke ontwikkelingen in haar tijd, is ook nu nog actueel: De economie is gebaseerd op niet-duurzaamheid en arbeid is verworden tot zoveel mogelijk  produceren en consumeren. Mensen zijn consumptieslaven geworden.  

Burgers vertegenwoordigen niet meer het algemeen belang, maar vooral het eigen belang en de  moderne burger is niet meer lid van de politieke gemeenschap, maar van een reusachtige  consumentenbond 

* Gijs Jonkers verwijst hier ook naar het boek van Allain de Botton “ Ode aan de arbeid” en naar Marx (door bevrijding van de arbeid en productieslavernij is de mens in staat om tot hogere activiteiten/zinvolle bezigheden te komen)  

DENKEN  

In haar boek “Het leven van de geest” analyseert Arendt wat er gebeurt als we denken. Denken (Vita Contemplativa) zoekt naar wat nog niet is gevonden of is aangetoond. Denken beschrijft zij als een onzichtbare mentale activiteit en is een dialoog die je binnen jezelf  voert. De uitkomsten van dat proces liggen niet vast en zijn voorlopig.  

We kunnen bij onszelf bedenken wat we gaan doen en we kunnen nadenken over ons gedrag.  Denken moet voorkomen dat we in tegenspraak met onszelf zijn. Hier knoopt Arendt aan bij een  beroemde uitspraak van Socrates: alleen het overdachte leven is een goed leven. Denken is een  zoektocht naar betekenis. Als we in staat zijn te handelen naar ons eigen inzicht, dan is er vrijheid  en kunnen we vrij handelen en verantwoordelijkheid nemen. 

Socrates: * alleen het overdachte leven is een goed leven, ** kwaad ondergaan is beter dan kwaad doen, *** beter in onenigheid met de wereld dan met jezelf.  

OORDELEN  

In haar boek “Eichmann in Jerusalem”, met als ondertitel ‘de banaliteit van het kwaad’ gaat  Arendt in op de gedachteloosheid. In gedachteloosheid schuilt volgens Arendt het kwaad.  Als je niet nadenkt, kan je geen oordeel vormen, kan je niet vrij handelen en geen  verantwoordelijkheid nemen. Het verschil met denken is dat oordelen plaatsvindt samen met anderen, in het publieke debat, om je mening kenbaar te maken en te horen hoe anderen hierop  reageren. Het draait altijd om zaken die ons allen aangaan – gebeurtenissen, dingen, personen –  maar waarvan de betekenis vaak niet eenduidig is.  

Hier komt Kant om de hoek kijken (Kant’s smaakoordeel). Bij een oordeel over schoonheid, schrijft  Kant, kun je je niet baseren op een algemeen begrip (nl. een vaststaand begrip ‘schoonheid’), om daaruit dan een conclusie af te leiden, maar ga je uit van een ‘gevoel’, een gemoedstoestand, want een algemeen oordeel over schoonheid bestaat niet. Het gaat vooral om gevoel (= een  reflexief oordeel). Een reflexief oordeel komt tot stand in gedachtewisseling met anderen. Je kan  een ander niet dwingen hetzelfde te vinden, maar je kan een ander wel overtuigen. Bij een  reflexief oordeel speelt gelijk hebben of een belang geen rol.  

Volgens Arendt zou ook de politiek zo in zijn werk moeten gaan: bekijk de situatie, denk erover na,  kom op ideeën, wissel uit met anderen (pluraliteit). Dit geeft perspectief om, in overleg met  anderen, de gemeenschappelijke wereld in te richten. 

WILLEN  

In haar boek Willen werkt Arendt haar ideeën uit over de vrijheid van onze wil. Een vrije wil  betekent dat je echt iets kunt doen, nieuwe initiatieven ontplooien, zodat er hopelijk ook gebeurt  wat je wil. Dit lijkt op het eerste gehoor misschien vanzelfsprekend, maar in de filosofie van de  amor fati betekent willen niet dat je wil dat er iets gebeurt, maar dat je datgene wat er  daadwerkelijk gebeurt ook wil.  

Ze spreekt van amor mundi en stelt die tegenover de amor fati van bijvoorbeeld de Stoïcijnen en  ook Nietzsche, of de Gelassenheit (Gelatenheid) van Heidegger. 

De mensen hebben een vrije wil: hun levensloop is niet gedetermineerd, zoals dat bij dieren het  geval is. De predestinatieleer van Augustinus wordt door Arendt verworpen. Voor Augustinus was  dat een logisch uitvloeisel van het feit dat hij een alwetende God als geloofswaarheid aannam.  Dat idee nam Arendt niet van hem over, maar wel zijn opvatting over de wil - als een innerlijke  instantie - waarmee wij mensen voor het goede of het kwade kunnen kiezen.  

Gijs Jonkers eindigt zijn lezing met een afsluitende boodschap (geheel in de geest van Hannah  Arendt). 

* Gebruik je vrijheid, denk na, draag je verantwoordelijkheid, dien het algemeen belang,  * Geef vorm aan de Res Publica! 

* Heb de wereld lief, samen moeten we het zien te rooien.  

* Verschillende visies zijn de zuurstof voor een goede politieke besluitvorming.  * Ga in elk geval stemmen 

* Zeg nooit: ze zoeken het maar uit in Den Haag 

* Stem niet op belangenpartijen 

* Laat economische belangen niet doorslaggevend zijn 

* Laat werk gericht zijn op duurzaamheid

Verslag van Elly van Eijk

sept ‘2024

Het leven van de geest is bij Arendt in dienst van een actief leven. Filosofie is nadenken over de dingen die je maakt, het inrichten van de wereld en de samenleving, een amor mundi of liefde voor de wereld die je met anderen deelt en vormgeeft.
— Gijs Jonkers

Besproken boeken tijdens de lezing

Belangrijkste werken van Arendt: 

The Origins of Totalitarianism (1955), The Human Condition (1958), Eichmann in Jerusalem (1963),  The Life of Mind (postuum uitgegeven) 

Boeken tijdens de lezing: 

Aan het werk met Hannah Arendt (voor professionals in onderwijs en zorg) 

Denken (Het leven van de geest): postuum door uitgeverij Klement 

Oordelen (Het leven van de geest): postuum uitgeverij Klement 

Willen (Het leven van de geest: postuum uitgeverij Klement-Pelckmans