Blog #43 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver),‘De rilling van de duur’

Zaterdag 23 maart had ik het genoegen te mogen deelnemen aan de ‘kunstenaarsgesprekken’ bij de indrukwekkende tentoonstelling ‘De rilling van de duur’ in Villa de Bank, een bijzonder gelegen, heldere kunstruimte in Enschede. In deze blog zal ik iets zeggen over de bijdrage van twee van de acht kunstenaars, Jolanda Meulendijks en Choi Wong. Ik doe dat nogal begripsmatig en het hart van de kunst is nou net altijd meer dan dat, daarom: de tentoonstelling is tot 27 april, gaat dat zien! “De meeste kunstwerken zijn te koop en de toegang is vrij.”

 Het eerste dat opvalt bij beide kunstenaars is de fijnzinnige compositie van het werk in de twee hen toegedachte ruimtes in de Villa: de compositie die de diverse werken van Wong aan de wand samen vormen en de manier waarop Meulendijks bijvoorbeeld uit haar ‘Splitter’ [Duits: scherven] bij iedere tentoonstelling weer een passende compositie creëert.

Jolanda Meulendijks, Splitter, 2022, karton, pigmenten, variabele afmetingen, in de compositie in Villa de Bank, foto: Ron Jagers

 “Een tentoonstelling over ruimte en tijd”, aldus een van de teksten bij de tentoonstelling. Ruimte en tijd zijn, zoals dat in de filosofie heet, mogelijkheidsvoorwaarden van onze ervaring, Geen zintuiglijke ervaring van de wereld zonder ruimte en tijd. Alles wat wij zintuiglijk van de wereld ervaren, ervaren we op een bepaalde plaats in de ruimte: voor, naast, boven…, en op een bepaald moment (met een bepaalde duur) in de tijd: gelijktijdig, voor, na. Het bijzondere van beeldende kunst is dat je van heel veel concrete inhoud van de alledaagse ervaring kunt (en uiteraard ook wel moet) afzien, waardoor meer aandacht kan komen voor die ‘mogelijkheidsvoorwaarden’: een tentoonstelling over ruimte en tijd.

Als ik zou moeten kiezen wie van beide kunstenaars het best bij ruimte past en wie bij tijd, dan, en alleen dan, zou ik zeggen: Jolanda Meulendijks ruimte, Choi Wong tijd. Om daaraan meteen toe te voegen dat Meulendijks werken ook tijd en beweging suggereren. (Op haar site spreekt Meulendijks bij Chart nota bene over “een groeiende serie over momenten en tussentijden”.) En Wong zet het stempel van de tijd op een ruimtelijke voorstelling.

 Beide kunstenaars vragen aandacht voor scherven en verbindingen. In Verbeelding. Over waarneming en kunst schreef ik:

 Terwijl de werkelijkheid verdeeld en onaf is en ons onrustig maakt, vinden wij rust in het kunstwerk dat voltooid is. Ronald Hepburn oppert in ‘Theories of Art’ dat wij zo aan geconcentreerde eenheid hechten omdat zij een hoge vorm van bewustzijn mogelijk maakt. Wanneer een geheel een sterke samenhang vertoont, kunnen we het visueel makkelijker vatten. Ons bewustzijn is dan heel sterk en scherp. Bovendien worden wij, aldus Hepburn, als eindige wezens altijd bedreigd door een vermindering van de persoonlijke integratie, door fragmentatie – zoals uiteindelijk in de dood. Wanneer we in vervoering voor een schilderij staan, is die dreiging voor een moment ver weg.

Jolanda Meulendijks, Chart08.01.2024

De dreiging van fragmentatie en dood even ver weg, dat zou het genot van het kijken naar het werk van Meulendijks kunnen verklaren. Toch vraag ik het me af. ‘Visueel makkelijker vatten’? Daarvoor zijn hier de fragmenten binnen het werk te eigenzinnig – zij roepen: ‘ik ben er ook nog!’ Gaat het hier om de spanning van de fragmenten als fragmenten en de fragmenten in hun samenhang, het geheel dat zij vormen? In de diverse grote koperwerken van Meulendijks voel ik de spanning van fragmentatie en verbinding (“de vele reststukjes, overblijfselen, vindsels, frutsels en flintertjes in mijn atelier; aan elkaar verbonden in een atlas van lijnen”), en dat is dan meteen ook meer dan ‘kosmisch’ alleen.

Kijk, hoe de vloer van de hemel

Dicht belegd is met schijfjes goud.

Niet de kleinste bol die je ziet,

Die in zijn beweging niet als een engel zingt

(Shakespeare, De koopman van Venetië)

Choi Wong werkt met gevonden foto’s, met name familiefoto’s. Zij zoekt ze in winkeltjes, op markplaats, vrijmarkten enzovoort. Haar materiaal bestaat dus uit bakken vol met wat al voorstellingen zijn. En daar zitten er dan tussen die haar triggeren, die iets oproepen en om een bewerking schreeuwen die dat in beeld brengt, een bewerking die het gevoel dat de foto oproept uitdrukt. Het oorspronkelijke beeld wordt versterkt, opgeladen, afgebroken, betwijfeld, gedeconstrueerd zo u wilt. Ook hier ervaar ik de spanning van fragmentatie en verbinding.

 De foto van vader en zoon, zo apart, elk de blik op ‘het vogeltje’, maar dan die handen – uitgeroepen tot het centrum!

Choi Wong, Circles Serie, ‘Hands – Father and Son’, 16,3 x 21,3 cm, Collage of found photography, 2019

 De foto van de soldaat, alsof de granaat in zijn gezicht is ontploft, maar in het gelaagde vacante gezicht zien we resten van hetzelfde gezicht, maar ook van een ander gezicht, van een geliefde, een foto die hij bij zich droeg?

 Choi Wong, Faces, 30 x 22.5 cm, Collage of found photography, 2014

We kennen dat soort foto’s. Ze zijn van vroeger. Ze maken deel uit van ons innerlijke beeldenrijk. Hier zijn ze aan hun oorspronkelijke context ontrukt en bloeien op in een explosie aan betekenis.

Nu ja, ik praat maar wat. Gaat u vooral zelf kijken, met aandacht die de moeite loont.

De tentoonstelling is gecureerd door Gerard de Kleijn, die ook de tekst verzorgde van de bijgaande informatieve ‘krant’, vormgegeven door Ron Jagers. De zes andere kunstenaars zijn: Annemieke Alberts, Wim Biewenga, Ron Jagers, Sally Pittman, Billie Slagboom en Maarten Slagboom. De titel van de tentoonstelling is ontleend aan Gedicht aan de duur van Peter Handke, waaruit tot slot een paar regels:

 In de aandacht,

die me lief is en die de hoofdzaak voor me is,

zodoende de verjaring ervan voorkomend,

voel ik dan misschien,

en uitsluitend onverwachts,

de rilling van de duur

Vorige
Vorige

Blog #44 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver), Betekenisvolle vorm 

Volgende
Volgende

Blog #42 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver), Iris Murdoch: Ethiek en Esthetiek