Blog # 11. Onno Zijlstra (schrijver/filosoof) schrijft over de Zin van het Bestaan (1)

De zin van het bestaan (1)

Het is nogal een onderwerp, dus eerst maar eens iets over hoe ik hierop kom. Lange tijd in mijn filosofische leven vond ik, zoals zoveel vakgenoten, de zogenaamde zinvraag een non-vraag. Te vaag, te roep-u-maar, te omvattend en gecompliceerd, te onzegbaar, ‘zinloos’. Maar op een gegeven moment kon ik er voor mezelf niet langer omheen dat mensen de vraag naar de zin van wat ze doen of zelfs die naar het bestaan als geheel stellen en dat hij voor hen betekenisvol is. Sterker nog, dat ze antwoorden geven die ergens op slaan. En toen heb ik me er op enig moment ook filosofisch maar eens aan gewaagd. Omdat ik lesgaf op een kunstacademie en me zodoende veel met esthetica bemoeide, werd het denken over kunst mijn aanknopingspunt en invalshoek. Ik bespeurde namelijk parallellen tussen hoe in de traditie van de filosofie over kunst gedacht wordt en hoe over zin. Dat resulteerde decennia geleden in een boekje en deze zomer in het ruimer opgezette Kunst en de zin van het bestaan (met veel beeldmateriaal, en fraai vormgegeven door De vormforenzen, Arnhem: ArtEZPress 2022).


In de komende blogs zal ik proberen de gedachtegang voort te zetten. Ik begin met louter en alleen de zinvraag. De esthetica haakt later aan.


Wanneer je erop let op hoe mensen over de zin van het bestaan praten, in welke bewoordingen, dan valt op dat het aan de ene kant vaak gaat over het vinden van eenheid, aan de andere kant over openheid, verbinding met/verhouding tot iets buiten jezelf. Dat laatste is overigens de connotatie van ‘zin’ die het ruimst vertegenwoordigd is in de interviews over de zin van het bestaan die Fokke Obbema voor de Volkskrant heeft gehouden. Het gaat dan over verbinding met anderen of met de oergrond van het bestaan, met de natuur of de verhalen van de mensheid, een groter geheel. In het nawoord van het boek waarin de interviews gebundeld zijn, De zin van het leven. Gesprekken over de essentie van ons bestaan, merkt Obbema dan ook op: “als er een rode draad is, dan is het verbinding”.


De Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt (The Happiness Hypothesis) ziet zin ontspringen aan de (interne) coherentie van delen en lagen van jezelf, zeg eenheid, maar ook aan relaties tot iets buiten jezelf (extern), in liefde, werk en de relatie tot iets groters, zeg openheid voor iets buiten jezelf. In het vervolg zal ik die twee aspecten van zin twee zoveel mogelijk onderscheiden houden: eenheid en openheid.


Wanneer de Amerikaanse filosoof Robert Nozick (1938-2002), een van mijn vele favorieten, zich aan de grote zinvraag waagt, maakt hij een onderscheid tussen waarde (value) en zin (meaning). Wat ik hierboven als het eenheidsaspect van zin opvoerde, wat Haidt interne coherentie noemt, is in Nozicks termen niet zin, maar waarde. Iets heeft waarde op zich. Nozick stelt dat leven en kunst eenzelfde structuur hebben. In beide gaat het erom een geconcentreerde eenheid te creëren. Ter illustratie wijst hij op de latere zelfportretten van Rembrandt. Volgens Nozick zien we in die portretten niet zomaar iemand die er zo uitziet, maar iemand die zichzelf op die manier kent en ziet. Wij zien een leven geconcentreerd in een beeld. Een geschilderd portret wijkt af van een selfie, omdat het een diepte, rijkdom en concentratie kan bereiken die voor selfies onmogelijk zijn. Zo’n organische eenheid geeft iets waarde. Een mensenleven heeft, net als een kunstwerk waarde op zich, aldus Nozick. Maar heeft het leven ook zin?


Zin is bij Nozick het openbreken van de eenheid in de richting van… een nieuwe eenheid. Waarde (eenheid) willen realiseren geeft het bestaan zin, richting. Volgens Nozick ontstaat het zinprobleem doordat we begrensd zijn. De dood roept niet voor niets vaak de zinvraag op: de dood stelt een grens. Zin komt met het transcenderen van jezelf, openheid naar het andere. Van Nozick is een bekend gedachte-experiment. Stel dat er ergens ‘superduper neuropsychologists’ zijn die onze hersenen in een bak te drijven kunnen leggen en aansluiten op een computer die in staat is ze zo te stimuleren dat we de ervaringen krijgen die we wensen. Zouden we op dat programma aangesloten willen worden? Zouden we inpluggen? Nozick gaat ervan uit dat we nee zeggen. Over het algemeen blijken mensen dat inderdaad ook te doen, ik heb het honderden gevraagd. Maar waarom? Volgens Nozick omdat we in al die ‘gewenste’ ervaringen geen werkelijk contact hebben met iets buiten ons. Zo’n leven zou zinloos zijn.


Nozick lieert eenheid en openheid, openen en sluiten aan respectievelijk waarde en zin. Ik ben het eens met Nozick dat zin waarde vooronderstelt. Waarde is een voorwaarde voor zin, een conditio sine qua non. Zonder waarde geen zin. Maar het omgekeerde geldt niet, waarde is mogelijk zonder zin. Iets dat zinloos is, ‘nergens toe dient’, kan nog wel waardevol zijn. Alleen, en hier wijk ik af van Nozick, laat waarde zich volgens mij niet herleiden tot ‘eenheid’. Nozick heeft mij er niet van overtuigd dat we waarde kunnen definiëren in termen van eenheid (en dat het er in het leven om zou gaan een geconcentreerde eenheid te creëren). Bijvoorbeeld: meer eenheid (een grotere diversiteit, extreem rijk zowel als extreem arm, bijeengehouden in één natie) betekent niet per se meer rechtvaardigheid.


Ik voel er ook meer voor beide, eenheid en openheid, als aspecten van zin te zien in plaats van zin te herleiden tot openheid. Zin is een fundamenteel begrip en laat zich niet tot of eenheid of openheid reduceren. Maar zin laat zich wel soepel aan elk van beide aspecten hechten. Zin is in beide te ervaren, en ook in het hele proces van het openbreken van een gegeven eenheid, het verrijken ervan, het opheffen van de tegenstellingen die daaruit voortkomen, het helen van de wonden, in het hele proces van hechten en onthechten. Zo zou je kunnen zeggen dat de ik-figuur in de roman van Marieke Lucas Reijnders, De avond is ongemak, ten slotte geen zin meer kan ontwaren omdat het gezin waartoe zij behoort, geen enkele samenhang meer vertoont, haar binding met haar zusje Hanna verwatert én er geen ontsnapping meer mogelijk is naar ‘de overkant’.


Wordt vervolgd




Tertulia Amersfoort

Tertulia Amersfoort organiseert inspirerende bijeenkomsten voor denkers, kunstenaars en kunstliefhebbers. Het Filosofisch Café biedt ruimte voor reflectie en discussies over filosofie, kunst en cultuur. Het Kunst Café richt zich op creatieve processen en dialogen met kunstenaars. Beide cafés streven naar het verbinden van mensen en het verdiepen van culturele ervaringen. Tijdens bijeenkomsten in het Rietveldpaviljoen Amersfoort, bieden we een podium voor interactieve en betekenisvolle uitwisselingen.

https://www.tertulia033.nl/
Vorige
Vorige

Blog # 12. Onno Zijlstra (schrijver/filosoof) schrijft over de Zin van het Bestaan (2)

Volgende
Volgende

Blog # 10. Onno Zijlstra (schrijver/filosoof) schrijft over Kunst en Mythe