#3 Blog reflecties van Onno Zijlstra
Vrijheid.
Hannah Arendt
Nog één keer over vrijheid.
Voor zowel Isaiah Berlin als Leszek Kolakowski is vrijheid de vrijheid van het individu. Bij Berlin is dat vrijheid als de ruimte die het individu heeft om te doen wat hij of zij wil. Kolakowski ziet daarnaast nog een ander terrein van vrijheid: vrijheid als de persoonlijke ervaring dat je in staat bent een keuze te maken en iets te scheppen..
Berlin en Kolakowski kwamen vanuit Oost-Europa in Engeland terecht. Hannah Arendt (1906-1975), geboren en getogen in Duitsland (het gezin Arendt verhuist van Hannover naar Berlijn wanneer Rusland dreigt Noord-Duitsland binnen te vallen), emigreert in 1933 naar de Verenigde Staten.
De titel van Arendts kleine boekje De vrijheid om vrij te zijn laat al zien dat zij denkt in termen van het door Berlin opgevoerde (en volgens Kolakowski totaal overbodige onderscheid) ‘vrijheid van iets’ en ‘vrijheid tot iets’.
De Franse Revolutie van 1889 is mislukt, schrijft Arendt,omdat grote delen van de bevolking nog niet vrij waren van angst, armoede en gebrek. Bevrijding van despotische en absolute macht was niet hun eerste zorg. (Kolakowski vindt dat vrijheid van angst en armoede eigenlijk niet echt vormen van vrijheid zijn.) De relatief welgestelden konden het zich veroorloven de strijd met het despotisme aan te gaan. Dezeburgers wilden zich bevrijden van de despoot ‘om vrij te zijn’, dat wil zeggen om gezamenlijk in de publieke ruimte politiek te kunnen bedrijven.
Die publieke vrijheid is een tastbare wereldse realiteit, gecreëerd door mensen om er in het openbaar samen van te genieten – en om door anderen gezien, gehoord, herkend en herinnerd te worden. Dat soort vrijheid vereist gelijkheid, ze is alleen mogelijk onder gelijken.
Dan heeft het begrip vrijheid dus ineens weer een heel andere betekenis, minder individueel.
28 maart hebben we in het Filosofisch Café Sybe Schaap te gast. Hij zal spreken over burgerschap, naar aanleiding van zijn zojuist verschenen boek Als alle vertrouwen wegvalt. Als warming-up een citaat daaruit over vrijheid:
De botsing tussen vrijheidsdrang en regelzucht wijst op een verlies aan wederkerigheid in de verhouding tussen burger en overheid. Met die wegvallende wederkerigheid verdwijnt ook het evenwicht binnen de rechtsorde. Een strikt individualistisch vrijheidsconcept maakt zich los van wat Montesquieu als de essentie van vrijheid ziet: te leven onder het gezag van de wet. Vrijheid vraagt om wetgeving die zich richt op ordening van de rechtsgemeenschap. De individualistische vrijheidsdrang die zich thans meester heeft gemaakt van burgers en politici, dreigt als een bederf in te werken op de essentie van de burgerlijke autonomie: het gezamenlijk werken aan wetten waarin ieders vrijheid tot uitdrukking komt. (p. 98)
Ook hier is vrijheid weer minstens twee: ‘te leven onder het gezag van de wetten’ en ‘ieders vrijheid’ die tot uitdrukking komt in wetten.
P.S. Van Ludwig Wittgenstein heb ik geleerd dat, als je de betekenis van een woord wilt weten, je niet moet vragen wat bijvoorbeeld ‘vrijheid’ nu eigenlijk, in essentie, is. Kijk liever naar het gebruik van het woord. In het gebruik zie je de betekenis (‘Meaning is use’). Dat betekent overigens niet dat iedereen in het gebruik het woord de betekenis kan geven die hij of zij wenst. Dat is de fout van Humpty Dumpty: “Wanneer ik een woord gebruik (…), betekent het precies wat ik het laatbetekenen – niets meer en niets minder.” De verstandige Alice probeert hem op zijn fout te wijzen, maar met despoten is het lastig discussiëren. (Lewis Carroll, Through the Looking-Glass)
De volgende keer Kunst, waar is het goed voor. Naar aanleiding van de tentoonstelling Schurend paradijs in Kunsthal KAdE.
Door Onno Zijlstra.