Blog # 19 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver) De zin van het bestaan (8).

Kunst, waar is het goed voor? Kunst, waarden en zin.

Ellen Faber, kunstenaar, werkzaam in Amersfoort, reageerde op een sociaal medium op de aankondiging van uitgever ArtEZ Press van mijn Kunst en de zin van het bestaan kort maar krachtig: “Kunst maken geeft mijn bestaan zin.”

Die uitspraak is veelzeggend, of laat ik het anders formuleren, daar zit nogal wat in, en dat veronderstelt ook nog wel een en ander. En daar wil ik het nu over hebben. Wat ik er alzo in lees en achter zoek. Voor mijn eigen rekening. Ellen valt over wat volgt niets te verwijten.

“Kunst maken geeft mijn bestaan zin” is te lezen als uitdrukking van een beleving. Kunst maken geeft de maker een gevoel van voldoening. Het doet denken aan de ervaring van Maarten Koning in deel 2 van Het bureau, wanneer er op stel en sprong het een en ander geregeld moet worden voor een handvol pasgeboren katjes: ‘“In de pas!” beval Maarten. Het leven had plotseling weer zin. Er moesten beslissingen worden genomen.’ Dat is de ervaring van een moment. Maar die laat zich ook oprekken tot een heel leven: “Kunst maken geeft mijn leven zin.”

 Het perspectief op zin is hier het perspectief van de persoonlijke ervaring. Maar “Kunst maken geeft mijn leven zin’, kan ook een meer objectieve strekking hebben. Mijn uitgangspunt is dat waarde creëren (of in stand houden) zinvol is. En de kunstenaar creëert een waarde die boven de eigen beleving uitgaat. Esthetische waarde om te beginnen. Het werk is mooi, of op een andere manier precies goed, als kunstwerk – qua schoonheid of concentratie van betekenis. Dat is een waarde op zich. Daarom stemt het ook zo verdrietig wanneer kunstwerken vernield worden.

Andreas Serrano, Immersion (Piss Christ), 1987

En die esthetische waarde is op verschillende manieren voor ons van extra betekenis. De tijd vliegt. Maar het kunstwerk blijft rustig op ons wachten. Daar staat ook niet zo’n bord als ik hier en daar in Amersfoort aantref: “Het is verboden je hier op te houden zonder redelijk doel.” De harmonie, de schoonheid, die Mondriaan ons laat zien tilt ons uit de alledaagse realiteit die vaak smoezelig of lelijk of gewelddadig is. Die schoonheid heeft iets verhevens en verheffends. Wij kunnen er niet aan komen, maar zij tilt ons wel op.

“Ondanks alles strijdt het ideële tegen het materiele.” (Piet Mondriaan) De kunstenaar creëert te midden van de chaos orde. Dat geeft de burger moed. We hebben niet alleen rechten en plichten. We hebben ook de motivatie nodig dat onze inspanningen ergens op slaan. In de sociale realiteit van het leven is dat niet altijd evident. Er zijn aanleidingen te over om het bijltje erbij neer te gooien. Maar dan is er de kunst: “Ondanks alles…”. Kunst kan ons motiveren dromen na te jagen – in plaats van bij de pakken neer te zitten.

Als eindige wezens voelen we de dreiging van desintegratie en fragmentatie – uiteindelijk die van de dood. Wanneer we voor een schilderij staan, zijn we voor even van die dreiging verlost. Maar een kunstwerk kan ook de esthetisch wegdromende toeschouwer wijzen op de realiteit waarin wij leven.

Maar het kunstwerk is nooit een verdubbeling van die realiteit. Kunst is geen nabootsing. De kunstenaar drukt zijn beleving en waardering van de realiteit uit in het werk. Zij accentueert betekenissen en laadt het werk ermee op. De toeschouwer wordt geconfronteerd met iets dat niet een onmiddellijke alledaagse betekenis heeft. Het werk laat te raden, zonder een raadsel te zijn; het is geen sudoku. Daarom kunnen we er ook steeds naar terugkeren om het opnieuw te raadplegen.

 Het werk is ‘precies goed’. Maar er zijn geen regels voor hoe het moet zijn. “Maar in het zoeken weet men niet vooruit hoe.” (Mondriaan) En als kijker voel je de vrijheid van de verbeeldingskracht. Omdat het kunstwerk geen specifiek praktisch doel heeft, kunnen we onze blik erover laten dwalen zonder ergens op uit te zijn. Dat lijkt me in een tijd waarin steeds meer mensen de grenzen van het technocratische bewustzijn ervaren van groot belang. Kunst heeft potentie vis à vis het technocratische en consumentistische harnas, ze kan ons stimuleren tot een andere omgang met de werkelijkheid, tot verbinding met anderen, tot nieuwe inzichten. Ze is wat Kant noemt ‘exemplarische originaliteit’.

Arthur Danto spreekt over kunst als een wakkere droom. Kunst heeft het onwerkelijke en meerzinnige van een droom. Maar we kunnen er samen voor staan en erover van gedachten en gevoelens wisselen in geweldloze communicatie. Daarbij sta ik wel zelf op het spel misschien – mijn wansmaak, gebrek aan inzicht, kennis – maar ik kan er niets bij inschieten. De homo sapiens heeft hier weinig aanleiding in zijn specialisatie, naar zichzelf toe redeneren, te verharden. Zijn andere mogelijkheid, afstand tot het eigen standpunt, heeft hier alle ruimte. Ook zo verruimt kunst onze wereld.

‘Verbinding’ is het toverwoord dezer dagen, niet vreemd in een tijd waarin alles uit elkaar lijkt te donderen. In een tijd waarin bovendien bijvoorbeeld het populisme een nostalgisch valse belofte van verbinding biedt. Waar zijn die verbondenen mee bezig, waarin zijn zij verbonden – in haat tegen buitenstaanders? Kunst veronderstelt verbinding. We moeten het er met elkaar over hebben, en dat kan alleen maar geweldloos. Niemand kan met de vuist op tafel slaan. Er is geen eens en vooral gegeven betekenis. We kunnen van anderen alleen maar leren. Kunst heeft altijd enige afstand van dagelijkse beslommeringen en belangen.

Rembrandt, Zelfportret, 1660

Wat ik zo fijn vind aan beeldende kunst is de materialiteit ervan. Dat maakt dat ze op je kan wachten, de tijd heeft, maar zij bepaalt ons ook bij een menselijke kwaliteit die we weleens, al dan niet virtueel of digitaal, willen verdoezelen: kwetsbaarheid, eindigheid. Mondriaans doeken zijn in de loop der tijd alleen maar mooier geworden door die kleine barstjes in de verf. Doordat het zo duidelijk verf op doek is en geen virtuele onkwetsbaarheid. Du Sautoy laat in De code van creativiteit mooi zien dat een computer dit niet kan, simpelweg omdat hij geen mens, met een menselijk lijf en een menselijk levensverhaal is. Denk aan de late zelfportretten van Rembrandt. Oké, ik geef het toe, een hoog gegrepen voorbeeld, maar de zowat dagelijkse zelfportretten van de zangeres en beeldend kunstenaar Linda Westera op Facebook doen het ook. (Zie op Youtube haar performance ‘Me, myself and I’ met negentig zelfportretten.)

 Onno Zijlstra, dec 2022

Tertulia Amersfoort

Tertulia Amersfoort organiseert inspirerende bijeenkomsten voor denkers, kunstenaars en kunstliefhebbers. Het Filosofisch Café biedt ruimte voor reflectie en discussies over filosofie, kunst en cultuur. Het Kunst Café richt zich op creatieve processen en dialogen met kunstenaars. Beide cafés streven naar het verbinden van mensen en het verdiepen van culturele ervaringen. Tijdens bijeenkomsten in het Rietveldpaviljoen Amersfoort, bieden we een podium voor interactieve en betekenisvolle uitwisselingen.

https://www.tertulia033.nl/
Vorige
Vorige

Blog #20 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver) De zin van het bestaan (9)

Volgende
Volgende

Blog # 18 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver) De zin van het bestaan (7). Zin en waarden