Blog #36 Onno Zijlstra (filosoof/schrijver), Verbeelding, verhaal, leven.
Complot en plot
Anjet Daanje (o.a. De herinnerde soldaat en Het lied van ooievaar en dromedaris) zegt in een interview dat de lezer een complot-denker is. Dat klopt wel zo’n beetje, denk ik. En de lezer heeft gelijk: er zit iemand achter. (Ik zie er even vanaf dat bij een complot altijd meerdere mensen betrokken zijn.) Er zit iemand achter en dus kun je een plot verwachten. Dat plot hebben we te danken aan de verbeelding van de auteur. Die auteur kan het ook in zijn of haar hoofd halen ons te verrassen: geen ontknoping, geen afsluiting. Maar ook dat verrassende effect teert op de lezer als complotdenker.
Ons leven heeft geen auteur – voor zover ik weet en geloof. (Kierkegaard geloofde van wel.) Maar wij kunnen zelf verhalen over ons leven vertellen en zelfs wel het/een verhaal van ons leven, tot nu toe.
Volgens ‘Van Dale’ betekent ‘plot’: “een intrige, knoop, verwikkeling van een verhaal, film enz., vooral het causale en rationele plan van de stof, het thema en de conflicten die erin uitgewerkt zijn.”
Levensverhaal
De meeste mensen kunnen desgevraagd wel een verhaal van hun leven maken. Een kort verhaal voor het kennismakingsrondje – ‘om een lang verhaal kort te maken’ – of een wat langer verhaal of zelfs desgevraagd een lang verhaal als iemand daarom vraagt en bereid is het, eventueel in meerdere zittingen, aan te horen. Dat verhaal, kort of lang, zal elk moment, in elke situatie, voor diverse toehoorders anders zijn. Er zijn, per persoon, eindeloos veel levensverhalen te vertellen. Er is grenzeloos veel stof, de mogelijke perspectieven zijn vele, en de vorm is vrij. Dat vraagt hoe dan ook om verbeelding. Het leven was er al, maar het verhaal nog niet, ook al zijn de verhalen die we dan bedenken goeddeels voorgevormd door andere verhalen en besloten binnen grotere ons vertelde verhalen.
Intermezzo
Geestig is de reactie van Zadie Smith in een interview in de Volkskrant(4 nov) op de vraag “Hoe moeten we ons verhouden tot grote kunstenaars die ‘foute’ opvattingen hadden, zoals Charles Dickens over de slavernij?” Smith antwoordt met een uitvoerige opsomming van hoe zij Dickens ziet: “Ik zie hem als iemand die (…), ik zie hem als (…), ik zie hem als (…)”, etc. In dezelfde krant van 4 nov. staat een bespreking van de nieuwe roman van Olga Tokarczuk die eindigt met : “En als iemand denkt dat de wereld een verzameling heldere tegenstellingen is, (…), dan heeft hij er niets van begrepen.”
Een autobiografie is nog weer wat anders dan je verhaal doen. Dat vraagt nog nadrukkelijker om knopen doorhakken, een plot kiezen, een vorm, een stijl, een overtuiging, een sfeer, een toon. Het verhaal is sterk gerelateerd aan onze herinneringen, aan hoe we ons leven ervaren, maar het valt daar niet mee samen. Een opsomming van herinneringen is nog geen verhaal. In het verhaal worden gebeurtenissen zinvol aan elkaar gerelateerd, meer nog dan we het alledaags ervaren. Dat gebeurt goeddeels onbewust, maar een schrijver moet toch echt aan de bak. (‘Verbeelding’ is een proces met gradaties van bewustzijn.)
Verhaal en leven
Aristoteles is de eerste filosoof die systematisch nadacht over de vorm van verhalen. Het gaat volgens hem altijd om een vorm van nabootsing (mimesis). Maar ook Aristoteles wist dat daarvoor verbeelding nodig is. Nabootsing is niet een spiegel. In de nabootsing wordt materiaal gevormd naar een vorm in de geest van de schepper. En het verhaal hoeft geen nabootsing van een bestaande werkelijkheid te zijn. Het kan ook gaan om de ‘nabootsing’ van een mogelijke wereld, dus ook over de wereld zoals die zou moeten zijn.
Wij kunnen niet leven zonder verhalen. Wij leven met verhalen en zijn ook altijd bezig ons verleden, meer of minder expliciet, te verwerken in de vorm van verhalen. De uitspraak van Kierkegaard “Het leven kan alleen achterwaarts worden begrepen, maar het moet voorwaarts worden geleefd” wordt doorgaans gelezen met alle accent op het tweede deel: het leven moet voorwaarts worden geleefd. Daarin is een kritiek op Hegel te lezen, die het leven achterwaarts begreep. Maar het zou me verbazen als Kierkegaard zich niet zou kunnen vinden in mijn volgende bewerking: Het leven kan alleen voorwaarts worden geleefd wanneer het achterwaarts wordt begrepen. (Wat mij betreft liever nog: … wanneer we proberen het achterwaarts te begrijpen, want we begrijpen het niet – maar de poging is onontkoombaar.)
Vertellend geven wij ons leven vorm. Maar nogmaals, het leven is niet het verhaal en het leven is geen kunstwerk. Het verhaal speelt een belangrijke rol in het zich ontrollende leven.
Dat verhalen zo belangrijk zijn en we geneigd zijn het leven in de vorm van een verhaal te gieten komt doordat, ook niet toevallig, verhaal en leven de nodige analogieën vertonen. Beide kennen een begin, een eind, en een ontwikkeling in de tijd daartussen. In beide proberen we een betekenis te vinden, een ‘plot’. Levend interpreteren we ons leven als een ‘verhaal’, lezend interpreteren we het verhaal. Het verhaal heeft van meet af aan de analogie met het leven gezocht om de chaos van het bestaan te vormen. En het leven lijkt om een verhaal te vragen. (Tegenwoordig hoor je nogal eens zeggen dat iemand een hoofdstuk van zijn leven heeft afgesloten.) Wij leven toe naar een voltooiing, maar vooralsnog leven wij ook voorwaarts, zoeken we openingen.
Ik dacht onlangs terug aan de eerste jaren van mijn studie. Probeerde me bepaalde ‘passages’ voor de geest te halen, speelde die in mijn verbeelding af, zo nauwgezet mogelijk. (Ik heb er zelfs geen foto’s van.) En ontdekte dat gebeurtenissen die ik me altijd in één jaar had herinnerd drie jaar uit elkaar moesten liggen. Dat was de enige manier om er chocola van te maken.
Verhaal en zin
En ondertussen lezen wij verhalen en romans. In Amsterdam hadden wij een bovenbuurvrouw die steevast als ze onze boeken zag, zei: “Als ik mijn leven eens op zou schrijven…” Ja, als… Maar opschrijven is op zich al niet niks. En tussen opschrijven en een ordentelijke biografie of roman zit, als gezegd, ook nog wel het een en ander.
Het lezen van verhalen kan ons helpen ons eigen leven in een betekenisvol perspectief te zien. (Zie blog 13) Denk aan Ludwig Wittgenstein die het als zijn taak zag zijn leven als zinvol te zien. Dat betekende voor hem het leven zien als afgerond geheel, in een esthetisch perspectief: “Ethiek en esthetiek zijn Eén.” (Zie blog 24 en 25) Vergelijk ook: “In die tijd begon Tunda alle betekenisloze gebeurtenissen op te schrijven, het was alsof ze daardoor een bepaalde betekenis kregen.” (Joseph Roth, Die Flucht ohne Ende)
William Faulkner schreef een onwaarschijnlijk prachtige roman, The Sound and the Fury (1929, twee keer in het Nederlands vertaald: Het geraas en het gebral en Het geluid en de drift). De titel verwijst naar de woorden van Macbeth bij de dood van zijn vrouw. Hij zegt over het leven – in de vertaling van mijn broer Ap (William Shakespeare, Oud werk in een nieuwe vertaling):
(…) ’t Is een verhaal
Verteld door een idioot,
vol van geraas en getier.
Dat niets te betekenen heeft.
Een verhaal impliceert niet per se betekenis. Faulkners roman zelf is wel een afgerond geheel, maar om nu te zeggen dat hij mij helpt mijn bestaan in die zin als zinvol te zien, ik weet het nog zo net niet. (Volgens Sartre komt dat in het geval van The Sound and the Fury doordat de personages alleen een verleden hebben en geen toekomst. Vgl. Marieke Lucas Rijneveld, De avond is ongemak, blog 11.) Ik denk ook niet dat zin zóveel te maken heeft met (het deel uitmaken van) een ‘afgerond geheel’ als vaak verondersteld wordt. ‘Zin’ is een op zichzelf staand concept.
November 2023
Onno Zijlstra.