#6 Blog Onno Zijlstra: Kunst waar is dat goed voor? deel 3.
Kunst, waar is het goed voor (3) Het gevoel van vrijheid, de ervaring van zin
Op het stadhuis van Amersfoort staat een uitspraak van Mondriaan – mooi vormgegeven door Bogdan Bocanet. ‘Ondanks alles strijdt het ideële tegen het materiele.’ Hij is daar aangebracht ter gelegenheid van de vijftigste sterfdag Piet Mondriaan.
Denk aan het citaat van Vonnegut in mijn vorige blog, over de triomf van de ik-figuur dat hij dit doek, dit stuk klei precies zo krijgt als ze moeten zijn. Om ons heen ervaren we chaos. Maar de kunstenaar slaagt erin te midden van de chaos orde te creëren, een microkosmos. Dat geeft de burger moed. We hebben niet alleen rechten en plichten. We hebben ook de motivatie nodig dat onze inspanningen om een steentje bij te dragen ergens op slaan. In de sociale realiteit van het leven is dat niet altijd evident. Aanleidingen te over om het bijltje erbij neer te gooien. Maar dan is er de kunst: ‘Ondanks alles…’. In het kunstwerk slaagt, in Mondriaans terminologie, ‘het ideële’ erin de materie precies goed te krijgen. Het kán dus wel. Ergens in een hoekje van de paperassen van Immanuel Kant staat het zinnetje ‘Die schönen Dinge zeigen an, dass der Mensch in die Welt passe.’ [Mooie dingen laten zien dat de mens in de wereld past.] Ook als de paradijzen schuren, kunnen ze ons nog stimuleren.
Daarbij toont het kunstwerk ons nog iets dat we hoog hebben.
Het werk is ‘precies zoals het moet zijn’. Hoe moet het dan precies zijn? Zoals het is, als het er eenmaal is. Maar hoe het moet worden, daarvoor zijn geen regels. “Maar in het zoeken weet men niet vooruit hoe.” (Mondriaan in een brief) Daar zit de creativiteit van de kunstenaar. “Bewust, maar zonder berekening, onder leiding van hogere intuïtie.... Ondefinieerbaar, maar realiseerbaar in beelding.” (Mondriaan in De Stijl)
En als kijker voel je de vrijheid van de verbeeldingskracht. Het werk straalt vrijheid uit. “Herhaald lezen is aan te bevelen, doch... het werk zelf zal U toch moeten doen zien wat zij inhoudt. Door intuïtief aanvoelen...” (idem).
In die vrijheidsdbeleving speelt ook een rol dat het werk in al zijn ‘doelmatigheid’ geen specifiek praktisch doel heeft. We kunnen onze blik erover laten dwalen zonder ergens op uit te zijn – er hoeft geen sudoku opgelost te worden, we dwalen rond zonder op zoek te zijn naar de uitgang. Als het een raadsel wordt - wat heeft de maker bedoeld? – is er iets mis.
In de alledaagse waarneming stuurt, als gezegd, het denken de waarneming. Als ik naar mijn laptop kijk, zie ik een laptop; het verstand stuurt de verbeelding eropuit om wat er aan indrukken via de zintuigen binnenkomt, geschikt te maken om er zijn algemene begrippen (‘laptop’) op toe te passen. Op het terrein van de kunst is dat anders: de verbeelding is er vrij. De kunstenaar gebruikt zijn verbeeldingskracht, dat ‘duistere vermogen van de ziel’, bevrijd van de dwingende leiding van het begripsmatige denken. De kijker voelt die vrijheid, wordt erdoor aangestoken. De kijker voelt zich vrij, omdat er geen dwang van het werk uitgaat. Bij het zien van Gezicht op Delft van Johannes Vermeer kan ik mijn blik vrij over het doek laten dwalen; het is niet eens nodig dat ik weet dat het om Delft gaat. (OZ, Verbeelding. Over waarneming en kunst)
Wanneer we van kunst genieten, genieten we vrijheid.
‘Vrijheid’ is een van die ideeën waar we niet zonder kunnen, maar waar we ons geen voorstelling bij kunnen maken. Hoe ziet dat eruit, vrijheid? Vrijheid is onzichtbaar en het verstand heeft het er maar moeilijk mee. (Zie de eerdere blogs over vrijheid.) Maar de kunst toont haar en laat ons haar voelen.
En de kunst als geheel is een symbool van vrijheid, maakt ‘vrijheid’ hoorbaar, tastbaar, zichtbaar. Daarom zijn kunstwerken heel belangrijk om iets van de mens en de werkelijkheid te begrijpen. (Verbeelding)
Nu ben ik weliswaar terug bij een eerder onderwerp van deze blogs, vrijheid, maar met zinvolheid en vrijheid zijn we er nog niet qua ‘Kunst, waar is het goed voor?’ Hierover moet er nog minstens één komen.